Nieuw-Zeelanders zijn een beetje de West-Vlamingen van de Engelstalige wereld. Ze gebruiken alle klinkers dus compleet at random door elkaar. Tijdens het liften werden we meerdere keren aangespoord om onze ‘pick in the bick’ the gooien, en het duurde toch even tegen we doorhadden dat ze het hadden over onze ‘pack’ en en over de ‘back’. Ook altijd even verschieten als ze het hebben over ‘a room for sex’ en ze gewoon een kamer voor zes bedoelen. En als ze zin hebben in iets vettigs hebben bestellen ze ‘fush and chups’.

Anyway. Op onze vierde dag op het zuidereiland kwamen we toe in het Abel Tasman National Park, genaamd naar de kerel die Tasmanie en NZ ontdekte. Een prachtig park langs gouden stranden en turkoois water vol pittoreske eilandjes, en groener-dan-groene tropische vegetatie en heerlijke wandelpaden. We stapten een aardig aantal kilometertjes af (wat een hoger doel diende, cfr infra 🙂 en het deed me wat denken aan de Lycian Way in Zuid-West-Turkije, behalve dat ze hier wegwijzers hebben die je niet de ravijn insturen (which was a nice novelty!)
Willem en ik hebben nogal een verschillend  wandeltempo dus had ik het pad voor mij alleen, en ik amuseer mij dan met ergens op een rots te gaan staan en te doen alsof ik een ontdekkingsreiziger ben en de kust hier ontdek, haha. Het probleem met mijn voeten in zo n gevallen is dat ze totaal geen probleem vormen, tot ik het onzalige idee krijg om mijn schoenen uit te trekken. Toen ik dus een opvallend aantrekkelijk baaitje tegenkwam en -jawel- ging pootjebaden, expandeerden mijn voeten tot een omvang die beter past bij een vier uur durende tocht. Wanneer gaat iemand de verstelbare schoen uitvinden he??

Al die zelfopoffering (ik overdrijf misschien een beetje, t was eigenlijk een bijzonder aangename wandeling!) was natuurlijk niet zonder reden. Het idee was van mezelf zodanig uit te putten tot op het punt dat het mij niet meer kon schelen dat iemand me op 4km hoogte uit een vliegtuig duwt. Want jawel, we hadden in een vlaag van zinsverbijstering getekend voor een skydive! En dat lijkt allemaal een geweldig idee, tot je in dat vliegtuigje (zeg maar sigarendoosje) zit, vastgesnoerd aan een wildvreemde halve gare die de meest inappropriate grapjes ooit maakt. Ik had duidelijk nog wat langer moeten gaan wandelen, want was mij maar al te bewust van wat ik precies ging doen. Het voordeel van skydiven is dan weer dat je niet al te veel te zeggen hebt over het verloop van de activiteiten. Die vent doet de deur open, en springt uit het vliegtuig, and there s nothing you can do about it! Gelukkig maar, want het was ongelooflijk zalig! Het eerste moment schreeuwt een stemmetje in uw hoofd heel hard van ‘what the fuck!!! ben ik nu juist uit een VLIEGTUIG gesprongen???’  en ook wel ‘we’re all gonna dieeeeeeeeee!!!’ maar na enkele seconden blijft enkel dat heerlijk zwevende gevoel over, want bizar genoeg voelt het totaal niet alsof je aan het vallen bent. Ik had op zn minst een Dalton Terror-achtige sensatie verwacht, maar niets jong, zelfs geen funny gevoel in mijn maag! Naar het schijnt kunnen uw hersenen maar tot op een bepaalde hoogte dieptes inschatten, dus weten ze niet echt wat ze moeten aanvangen met uw suicidale activiteiten. We bleven maar vallen, drie kilometer lang om precies te zijn (55 seconden) en ik genoot echt van het uitzicht. Vanaf 1km hoogte was het met de parachute (en een pijnlijk rechteroor) verder naar beneden, nu aan 20km per uur ipv 200 (ik kan u verzekeren dat uw kakken flapperen aan zo n snelheid, not all that flattering). Een fantastische ervaring, ik zou het zo opnieuw doen moest het niet zoveel geld kosten! (donaties zijn welkom)