Net geland in Entebbe en de eerste Oegandees die ik tegenkom zet een geweer tegen mijn hoofd.

Tenminste, dat dacht ik toch efkes, verdwaasd van de nachtelijke vlucht (en de whisky-cola’s op het vliegtuig, ik geef het toe!).
Het geweer in kwestie bleek een koortsthermometer (ebola enzo), maar geef toe, als iemand zoiets zonder waarschuwing tegen je slaap zet….

temperatuur pistoolI needed not worry: Oeganda geldt als één van de veiligste landen in Afrika. Toch waren er twee mogelijke risicofactoren op deze reis:

1. Het verkeer in Kampala.

Sweet Jebus, wat was mij dat. Als je dacht dat Bangkok druk was, moet je eens in downtown Kampala gaan rondrijden. Op een bepaald moment wilden we de bus (één van de miljoenen blauw-wit gestreepte minibusjes) naar ons hostel nemen. Alle busjes verzamelen in twee ‘bus parks’, die door jarenlang gebruik een gigantische kuil uitgesleten hebben. Nadat we éindelijk het juiste busje gevonden hadden in dat mierennest, hadden we nog een paar sterke mannen nodig om het busje uit de kuil geduwd te krijgen. En dan stort die chauffeur zich (dikwijls onder begeleiding van  RnB-beats) in het verkeer. Duizenden busjes, boda-boda’s (moto’s), fietsers, voetgangers die schijnbaar compleet willekeurig door elkaar wriemelen. En wat een stank. Wel chapeau voor de creativiteit waarmee ze hun volledige kroost en/of huisraad op de moto vervoeren!

De ochtend- en avondspits zijn dan ook te vermijden. Op vrijdag lijkt de spits de hele dag te duren. Op een bepaald moment stonden we in een belachelijk lange file en legde onze chauffeur Bosco de motor stil met de woorden: “This is a bad jam. You turn off car. You sleep.” Een half uur later stonden we nog op exact dezelfde plaats…

2. Wilde beesten.

Voor mij was het de eerste keer dat ik olifanten, giraffen, leeuwen e.d. in het wild zag. Meestal vanuit de veiligheid van een auto (al heeft niemand ons gezegd om het raamtje toe te doen, integendeel, we reden met zo’n safarijeep-zonder-dak rond!), maar op sommige campings kregen we na zonsondergang een gewapende ranger mee om ons van de bar naar onze tent te begeleiden. Het moest maar eens zijn dat een nijlpaard zin krijgt in een midnight snack.

Oeganda is een groen land, met een serieuze diversiteit aan landschappen waarvan savanne er maar één is. Je vindt er dus niet zo’n enorme concentratie aan savannedieren als in Tanzania of Kenia. Verwacht je dus niet aan zoiets (wel zot cool!!):

Serengeti safari

Dat wil niet zeggen dat Oeganda geen goeie safaribestemming is. Alleen moet je er nét iets beter kijken, iets meer moeite doen. Maar dat maakt het des te speciaal, imho. Als je dan een paar slapende boomleeuwen spot, is dat iets wat je de hele week bijblijft. En eerlijk: twee weken aan een stuk van safari doen, dat wordt op den duur ook saai hé. In Oeganda konden we afwisselen met frisse jungle, Aziatisch aandoende terrasplantages (dikwijls thee),…

Een paar diergerelateerde highlights:

– Voor zonsopgang uit je tent geroepen worden voor een wandeling door de ontwakende savanne met ons drietjes. De eerste zonnestralen door de mist zien priemen en plots een zebra (onze eerste!) voor je neus zien staan.

– Ons bezoek aan de berggorilla’s was fantastisch en indrukwekkend (waarover een andere keer meer). Maar stiekem heb ik nòg meer genoten van de chimpansees die we in Kibale National Forest zagen. Gewoon omdat die zo herkenbaar menselijk zijn, en zo’n hoog ‘Jommeke in de jungle’-gehalte hebben. Loop je daar in een dichtbegroeid woud en hoor je van alle kanten ‘oe oe oe OE OE’  krijsen, zonder dat je persé ziet waar ze (letterlijk) uithangen. Dan spot je er plots een paar, chillend in het kreupelhout of spelend met hun kameraadjes. Absolutely loved it. Den dezen lijkt bijvoorbeeld wel een gazetje te liggen lezen:

chillende chimpanzee

Chillende chimpanzee in Kibale National Forest

– Kroonkraanvogels, kroonkraanvogels overal. De nationale vogel van Oeganda, dus kraanvogel represent op de Oegandese vlag en het wapenschild. Ik kan u zeggen dat zo’n kraanvogel wel een stukske cooler is dan onze duiven en mussen. Dat punkkapsel alleen al. De kraanvogel was ook het symbool van Lulu’s strijd tegen een hersentumor en ik heb tijdens de reis dus verschillende keren aan haar en haar ouders gedacht. Z’n opluchting dat alles daar goed afgelopen is!

– Deze vrolijkaards een modderbadje zien pakken. Nomen est omen, want al wisten we dat toen niet, de Buffalo’s haalde diezelfde dag de Beker van België binnen.

buffels nemen een modderbad

On the road

– Door een park aan het rijden zijn en keihard verschieten als er plots een grijze tientonner dwars over de weg staat. Meneer olifant verschoot minstens even hard en besloot terstond tot een “No pasaran!” (maar dan in het Oegandees). In de natuur is zo’n beest de baas, dus wij braafjes achteruit gereden en gewacht tot Dombo het wachten zat was. Wat laaaaang duurde, maar je wil geen dulle olifant achter je aan.

– Het is avond en wij kruipen in onze tent. Terwijl we liggen wachten tot de slaap ons meevoert, horen we smekgeluidjes. Nee, niet Nicky die droomde over biefstuk met frieten. Bij nadere inspectie met de pillamp bleek een nijlpaard het gras rond onze tent aan het weggrazen. En dan maar hopen dat dat canvas van die tent nijlpaardbestendig is. Om de haverklap wakker worden van het kwakende/balkende geluid dat nijlpaarden uitstoten. Liggen grijnzen in uw slaapzak.

avondeten QENP

Queen Elisabeth National Park

– Geen wekker nodig hebben omdat er elke ochtend rond 5u een live performance van het Stupid O’Clock Wildlife Orchestra gepland staat. En ik ging nog wel naar Afrika voor de peace & quiet van de natuur, ahahaha!

Meer beestjes?

Hier een kleine compilatie van de coole beesten die ons pad kruisten: