Op 1 november trokken we nogal op den bots naar Zierikzee.
Dat op den bots vertrekken gebeurt hier wel vaker, ten huize Vree ver weg. Tegen dat we goed en wel wakker zijn, ontbeten hebben en fris gewassen zijn, is het middag en krijgen we zin om ‘iets te gaan doen’. Meestal wordt er dan snelsnel een botrammeke gesmeerd, en rijden we vervolgens richting god weet waar. Dit keer ging het dus noordwaarts. Ik ben nogal een fan van Holland, eigenlijk. Niet echt bon ton naar ’t schijnt, als rasechte Gentse. Maar echt waar, Nederland is de max!

op de sint lievensmonstertoren

De leute begint al vlak over de grens. Gedaan met al dat land dat saaitjes aan elkaar hangt, in Nederland doen ze het meteen veel avontuurlijker met (schier)eilanden. Tunnel door, ferry op, brug over… Pendelen naar de hoofdstad moet hier nogal een avontuur zijn.

Om in Zierikzee te raken reden wij door de Westerscheldetunnel, daarna meer dan 5 kilometer over de Zeelandbrug. Dat is dus écht lang! Het is een beetje spooky want het lijkt alsof je midden in de Noordzee rondrijdt en een school mosselen je elk moment kan overvallen.

We hadden ons totaal niet voorbereid, dus parkeerden we ons aan de rand van de stad en lieten we ons verrassen. Om een overzicht te krijgen beklommen we de Dikke Toren, want zo noemen de locals wat officieel de Sint Lievensmonstertoren heet – nochtans op zich al een geestige naam. Torens beklimmen is altijd leuk, het geeft me een excuus om niet écht aan sport te moeten doen. En daarmee wisten we ineens waar de molens lagen. Want in Nederland moet ik een foto van een molen hebben, dat spreekt voor zich. Liefst nog terwijl ik op een bitterballetje knabbel, maar zonder mag ook. Bij deze:

molen zierikzee

nieuwe haven zierikzee

We deden er niet zo veel hoor, in Zierikzee. Tegen dat we daar waren hadden we maar 3,5u daglicht meer over natuurlijk. We hadden daar kunnen gaan zeehond-spotten, of zotte fietstochten doen in de omgeving. Dat zal dan toch eens zijn voor wanneer we a) ons beter leren organiseren en b) volwassen worden en zo’n auto-fietsrek kopen. (We zijn sinds kort wel twee dertigers maar we gaan toch ook niet overdrijven hé).

Wat deden we wel:

  •  héérlijke Surinaamse take-away smullen op het dorpsplein. In t-shirt, bij 21°. In november! Hartjes.
    Naar ’t schijnt kan je daar ook zeer treffelijk mosseltjes eten
  • wandelen door de mooie oude haven en een pilsje drinken in de nieuwe haven, met zicht op aangemeerde jachten , oude houten schepen en blonde meisjes op omafietsen
  • lachen met de scheefstaande maar o zo charmante huisjes
  • rookworst, stroopwafels en vrolijke kousen kopen in de Hema. Want de Hema in Nederland is nòg zaliger dan in België!
  • de vele tweedehandswinkels checken op verborgen schatten
  • door een straat wandelen die een aaneenschakeling was van oude slachthuizen. Dat moet daar nogal gestonken hebben!
  • ons vergapen aan de twee windmolens, de indrukwekkende stadspoorten, het oude stadhuis, en het zicht op de Oosterschelde en de Noordzee in de verte.

De naam Zierikzee heeft trouwens niets te maken met de zee. Het is een verbastering van Zierik’s Ee, waarbij Zierik een lokale machthebber was, en Ee de naam van de kreek waarbij de stad gesticht werd.

Kijk, weer iets bijgeleerd vandaag!

surinaams broodje

zierikzee huisjes

stadspoort zierikzee

stadhuis zierikzee

vlaamse frites zierikzee

huisjes nieuwe haven zierikzee

oude haven zierikzee