We hadden een toffe dag achter de rug op roadtrip in West-Australië. Ze hadden er coole rotsen, en verwarrende signalisatie ernaartoe.

wave rock

wave rock road signs

We zouden overnachten in Konondin. Op de kaart leek dat een goed plan, alleen bleek Kondinin het meest deprimerende hol in Zuid-West-Australië te zijn.
Kijk, er zijn van die mini-dorpjes waar ik met veel plezier een paar dagen op antropologisch onderzoek zou gaan, en dan zijn er de dorpjes waar je na 15 minuten al zelfmoordneigingen krijgt. Ocharme wie daar moet opgroeien, echt waar.
We maakten dus snel dat we weer weg waren, voordat we ons uit pure miserie onder een auto zouden smijten.

Helaas was het blijkbaar een ziekte van de streek, want ook in naburig Brookton verwachtte ik elk moment een tumbleweed over straat te zien waaien – verlaten!
Maar, er was een camping. Of toch iets wat daarvoor moest doorgaan, want eerlijk gezegd leek het terrein meer op een slecht onderhouden parking. De eigenares van de camping bewoonde in een hoekje van het domein een groezelige trailer volgestouwd met porceleinen beeldjes en tuinkabouters, was makkelijk over de 80 en enorm slechtgezind.

camping Brooktoncamping Brookton 2 camping Brookton gras

We installeerden onze tent op het enige vierkantje gras dat de camping rijk was (zie foto hierboven), en gingen kijken wat Brookton op een vrijdagavond te bieden had.

Niet veel, zo bleek. De plaatselijke pub huisvestte twee voor zich uitstarende loners, een -waarschijnlijk depressieve- barjuffrouw, en twee blèrende tv’s.
Rond 8u ’s avonds bereikte de sfeer er een piek, met toch zeker 10 klanten in de bar. Eén van hen bood ons prompt een kampeerplek in z’n tuin aan toen hij hoorde dat we bij de Wicked Witch of the West overnachtten (zìjn woorden!).
Maar goed, we hadden al betaald dus wij naar onze creepy camping.
We kropen in ons tentje en herinnerden elkaar nerveus giechelend aan allerlei scènes uit horrorfilms – gekken met kettingzagen, dat soort dingen.

cafe Brookton

Ondanks de horrorverhalen moeten dan toch in slaap gevallen zijn, want rond 2u schoten we wakker van de regen. Een ferme vlaag, alsof iemand ergens de douche had opengedraaid. We deden al weken de moeite niet meer om de tent met haringen vast te zetten, en binnen de 10 minuten begonnen onze spullen dus in de tent rond te drijven. Toen het na 20 minuten maar niet ophield met regenen en we stilletjesaan doorweekt raakten, besloten we naar het sanitair blok te lopen om daar te gaan schuilen.

Héél bizar hoe traag uw hersenen op zo’n moment werken. Pas na enkele lààànge seconden -we waren al halverwege de toiletten- realiseerden we ons dat het helemaal niet regende…
We hadden onze tent tussen twee sprinklers opgezet (wat natuurlijk dat ene groene vierkantje verklaarde).
En wij maar met onze knieën tegen onze kin zitten wachten tot de bui zou overwaaien.

Nog altijd één van mijn stommere reisanekdotes 🙂