Op onze route door Oeganda kwamen we enorm vaak pooltafels tegen. Ik was daardoor verrast, da’s nu iets wat ik niet meteen associeerde met Afrika. Maar in elk dorp, hoe onooglijk klein ook, staat wel ergens een pooltafel, en van elk spelletje wordt een enorm spektakel gemaakt. We waren al dikwijls nieuwsgierig gepasseerd, en toen we in Kibale voor de zoveelste keer de ballen hoorde ketsen, besloten we om gewoon even mee te doen.
Als we mochten, pretty please?

De leider van de bende, die bijna alle spelletjes voor zijn rekening nam, bekeek ons eens van dichtbij. “Ok,” zei hij, en duwde breed lachend een aftandse keu in Nicky’s handen.
We mochten “John” zeggen, en John verheugde zich duidelijk op zijn nakende overwinning op die toerist met zijn domme wandelschoenen.

Om even de setting te schetsen: een pooltafel langs de kant van de weg, voor de deur van een cafeetje. Binnen in het café staat een lokale muziekzender op, luid genoeg zodat de fietsenmaker naast de deur ook kan meegenieten van alle foute blingbling rappers, giechelende meisjes en bovengemiddeld veel shots van random elektronica. (Als in: een clipje dat shots van een rapper in de woestijn afwisselt met een schaarsgeklede babe die met een laptop (?) op de motorkap van een patserbak zit.) Wat verderop staat een man geitenbrochetjes te grillen, waardoor de lucht ruikt naar stof en geitenvlees.

Hoewel Nicky zich goed weerde, moest hij toch in twee van de drie spelletjes het onderspit delven, begeleid door luid geroep en geklap van de 12 omstaanders (men only). Nu moet ik er ter verdediging wel bijzeggen dat het geen pooltafel was zoals wij die gewoon zijn. Deze pooltafel werd gestut door allerhande rommel om ze toch ietwat waterpas te krijgen op de geblutste aarden grond: plastiek, stenen, en zelfs een kapot motorblok. Desondanks bleef een glad speeloppervlak een utopie, waardoor er naast talent ook een heel pak hoerechance aan te pas kwam. Dan leg je net aan om een bal loeihard in een pocket te knallen, en rolt die bal in een flauw boogje naar de andere kant van de tafel. 🙂 John wist natuurlijk de bulten in het laken in zijn voordeel te gebruiken:

Toen iedereen min of meer uitgelachen was, wou ik ook wel eens mijn kans wagen. Dat vonden ze precies een beetje raar, maar ik kreeg toch een keu. De keus zijn er trouwens kaal en volledig afgesleten, maar ze hebben wél zo’n blauw krijtje waarmee ze voor élke stoot omstandig de tip van de keu insmeren. 🙂
En toen bezorgde ik John de afgang van zijn leven. Verliezen tegen een muzungu meisje.

Aangezien zijn maten hem vierkant aan ’t uitlachen waren, muisde John er stilletjes vanonder en liet zich van de hele middag niet meer zien. Ik bestelde een flesje Novida (ananaslimonade) en genoot van mijn newfound fame aan een tafeltje in de schaduw.
And that’s how I became the pool queen of Kibale for a day 😉