Ik doe niet mee met de Instagram challenge van #boostyourpositivity maar de hashtag voor gisteren deed me wel twee keer nadenken. Topic van de dag: “The perfect holiday memory”.
“Hmmmmm,” deed mijn hoofd.
“Hmmmmhmhmmm.”
Wat is mijn favoriete vakantieherinnering? Onmogelijk te kiezen. Maar zoals dat ook gaat met films is de meest recente altijd de beste. En dan komen we uit bij ons tripje naar Ibiza in september. Een weekje zon met mijn bestie, collega en schoonzus Evi. Zes dagen geen checklists, geen deadlines, zelfs geen echte vakantieplanning. Gewoon 6 dagen ronddobberen in het zwembad, slapen in een houten hutje onder de pijnbomen, en met onze gehuurde bolide het ene prachtige baaitje na het andere verkennen. Want really: wat is Ibiza een prachtig eiland!
Eerlijk, ik had zo m’n bedenkingen. Sure, de vluchten zijn goedkoop en de temperatuur ideaal, maar zouden we niet terechtkomen in een Spaanstalig Sodom & Gomorra, bevolkt door roodverbrande Britten en marginaal discotheekvolk? Zouden we niet moeten vechten om een plekje op het strand, niet moeten laveren tussen de foute cafés?

“Bevooroordeeld” is inderdaad het woord dat we zoeken, Aurore. Want het antwoord op al die vragen is gewoon nee. Wat een omhooggevallen reissnobje ben ik soms toch.

Twee favoriete herinneringen van die vakantie, in drie beelden. Met dit als soundtrack.

Eén: 1 september in Ibiza, late namiddag. Iedereen onder de 18 zit weer op de schoolbanken, en thuis is iedereen aan het jongleren met veeleisende klanten, stresserende meetings en oh ja we moeten nog boodschappen gaan doen.
En wij? Wij liggen een cocktail te drinken in de enige nog zonnige hoek van het zwembad.
Ik hoor water klotsen en Spaans getater achter de bar. Ik ruik pijnbomen en droge eilandlucht. Ik voel het boek op m’n schoot en de zon op m’n huid. Ik zie niks, want lig zo geweldig hard te genieten. En straks kan ik gewoon op m’n slippers naar ons hutje slenteren, met m’n haar in de war, en daar stokbrood eten met de lekkerste, romigste, groenste advocado’s die je ooit geproefd hebt.

Twee: ons laatste avondmaal, in El Bigotes, een van schroothout opgetrokken, schots en scheef restaurantje pal aan zee. Dat klinkt als een off the beaten track pareltje, maar toeristen weten dit plekje maar al te goed zijn. Reserveren geblazen, dus. Wij kwamen -naar Spaanse normen- vroeg eten en kregen het beste tafeltje van de hele tent toegewezen. Nog nét niet met onze voeten in zee. Op het menu: gegrilde vis met brood en aioli. Hoe zoiets simpels zo verschrikkelijk lekker kan zijn. Wij keken uit over de baai, kwispelend van contentement, en toastten op onze fantastisch geslaagde vakantie.

Can I please go back now?