Owla, twee dagen warm (okee, heet) weer in België en Twitter ontploft bijna van de oververhitte zaagtweets.
Persoonlijk heb ik er niet veel last van, integendeel, ik kijk al uit naar de after-work plonsjes in de Blaarmeersen en de avondlijke barbecues. Niemand verplicht u toch om op het middaguur in de volle zon te gaan zitten? (tenzij je bij de plantsoendienst of iets dergelijks werkt, dan zou ik niet in uw plaats willen zijn en mag je van mij heel het internet bij elkaar zagen)
Ik werk gelukkig in een gebouw waar de temperatuur nooit de spuigaten uitloopt. Wordt het onverhoopt toch een tropische bedoening, dan hebben we nog altijd onze USB-ventilatortjes. Of sleept iemand een lading ijsjes aan.
Het kan ook anders, en ik weet dat veel mensen momenteel de minuten aftellen in een broeikaskantoor waar geen ramen open kunnen of mogen. Of misschien zelfs nòg erger: een kantoor met airco. De gruwel. Help mij onthouden dat ik daar zeker naar vraag bij toekomstige sollicitaties. “Allemaal goed en wel met dat astronomisch hoog loon, maar hoe zit het eigenlijk met jullie air policy?”
Los van mijn werkplek, kan ik redelijk goed tegen de warmte. Er zijn mensen die erin slagen om zelfs onder de grond te verbranden, maar ik ben daar niet één van. Niet dat ik ga ontkennen dat ik in pakweg Indonesië of zelfs zomers Spanje niet liep te zweten als een otter met een bontjas, en er zelfs momenten zijn geweest dat ik zo’n petje met ingebouwde watervernevelaar overwoog. Maar over het algemeen moet het kwik al serieus in het rood gaan voor ik écht mottig word.
Twee keer heb ik dat al meegemaakt.
Vree Ver Weg presents: mijn twee heetste bestemmingen tot nu toe.
Death Valley, USA
Zoals de naam het al zegt, is dit Nationaal Park in Californië en Nevada niet bepaald een oase van groen. Plaatsjes hebben er namen als Stovepipe Wells, Furnace Creek en Funeral Peak, dat zegt genoeg. Op een gemiddelde zomerdag klimt de temperatuur er tot 47 graden. Gemiddeld hé. Wij reden er eind mei door, dus nog niet eens volle zomer, en ik voelde me al Kuifje in de woestijn.
In Death Valley staan om de 10 meter bordjes die waarschuwen voor oververhitting van de motor. Anders gezegd: zet uw airco uit, domme toerist! Oververhitting van de motor gebeurt er regelmatig en ik kan u zeggen dat je daar liever niet in panne valt met je bolide. Alleen bleek onze zwarte Beatle nogal fel de hitte op te slorpen. Binnen de 5 minuten na het uitschakelen van de airco, voelden we ons net twee afbakbroodjes in een heteluchtoven. Echt niet te doen. We hebben het gehaald op een rantsoen van 5 minuten airco, 5 minuten zonder, 5 minuten airco, enzovoort. Raampje opendraaien resulteerde alleen in een golf van hitte en stof die door de auto sloeg.
Er stond die dag ook een felle wind dus elke keer we uitstapten, voelde het alsof er een haardroger op maximumstand op ons gericht werd. Aangenaam? Not quite. Indrukwekkend? Dat zeker!
Karratha, Australië
Hartje zomer trok ik met drie backpackers van internationaal allooi in een kleine Toyota langs de Australische Westkust. Hoe meer we naar het noorden reden, hoe heter het werd. In de kleine mijnstad Karratha logeerden we bij een hippie die lesgaf aan Aboriginalkinderen. Ze leidde ons rond in haar ‘stad’, zeg maar compound, een vierkantje huizen in een verder desolaat en pokkeheet roestbruin landschap. Werk daar eens in een ijzerertsmijn zeg.
Schaduw was er redelijk onbestaand en het enige groen in de wijde omtrek waren de irritant prikkende spinifex-struiken die in Australië welig tieren. Op een gegeven moment smolten de zolen van mijn teenslippers vast aan het asfalt. I’m not even kidding. Respect ook voor de mannen die daar wel een heel speciale job hadden, namelijk in de volle zon aan wegenwerken staan en voor stoplicht spelen met een DRIVE/STOP-bordje.
Gelukkig vonden we afkoeling in een water hole in de buurt, waar toevallig ook een feestje aan de gang was. Een andere dag mochten we mee de zee op, vis vangen voor ’s avonds en op een onbewoond eiland babyschildpadjes zien geboren worden. Eén van de beste herinneringen die ik aan Australië overhou, maar daar wonen? Van mijn leven niet.
Voer voor reisverhalen, dat wel. Maar over het algemeen probeer ik toch te vermijden dan mijn hersenen het kookpunt bereiken. Marokko? Ok, in oktober. Afrika? Sure thing, maar dan naar wel een land met gematigd klimaat.
Kunnen jullie goed tegen de hitte? Hadden jullie al extreme weersomstandigheden op reis?
juli 2, 2015 op 4:36 pm
Death valley, ondertussen 5 jaar geleden maar nog vers in het geheugen! 🙂 Bij ons was het 50,5 graden celsius. Niet normaal dat haardroger gevoel 🙂 We deden de roadtrip met een mustang cabrio maar daar reden we toch met gesloten dak!
juli 6, 2015 op 8:51 am
50,5 graden, miljaar! Ik dacht dat ik op een bepaald moment een foto genomen had van de autothermometer, maar kan die nu niet meer terugvinden. Was geloof ik rond de 120° Fahrenheit (48°C). En daar wonen dus mensen in de buurt hé! Wij waren als de dood dat we zonder water zouden vallen, hadden echt liters en liters mee 😀
juli 2, 2015 op 8:40 pm
Ha, Death Valley kan ik me ook nog levendig voorstellen! Die wind had ik daar niet verwacht. Ik herinner me nog dat we een koppel (pas getrouwde) Belgen tegenkwamen en dat tijdens het praten onze mond gewoon uitdroogde van de warmte… Ik vond de hitte verschrikkelijk, maar toch vond ik Death Valley één van de meest indrukwekkende parken van onze hele roadtrip in het zuidwesten…
juli 6, 2015 op 8:49 am
Indrukwekkend inderdaad…zelf vond ik Zion NP het mooiste park op onze reis, al hebben we Bryce moeten skippen!
juli 5, 2015 op 3:08 pm
Wohoow, twee ferme verhalen :D. Maar dié hitte waarover je het hebt hoeft nu ook niet meteen. Hoewel de Death Valley er férm de moeite uitziet! 😮
En wat de zagende mensen betreft, van mij mag het ook elke dag zo goed weer zijn! Hoewel die 34 graden opt kantoor net teveel was om mijn brein deftig te laten functioneren ;). Gelukkig ook genoeg collega’s die komen aanslepen met ijs en ander koud lekkers.
Liesbeth schreef onlangs over…Portugal: Wandelen in Rural Algarve
augustus 3, 2015 op 12:34 pm
Herkenbaar, maar dan in Islamabad, Pakistan waar we ook enkele dagen van 45-46° meegemaakt hebben. Amaiamai, dat is stilzitten en het zweet zo over je rug voelen lopen …
De elektriciteit in het hotel viel geregeld uit door stroompannes, veel airco was er niet. Het vervoer was in mini-taxi’s, een dominosteentje groot waar we met z’n vieren juist in pasten. Blij dat we toch een zwembad hadden waar we verkoeling in vonden!
augustus 3, 2015 op 12:47 pm
Oh help, da’s ook de moeite! Ik las dat ze in het Midden-Oosten momenteel met gevoelstemperaturen van 72° zitten…dat is toch niet menselijk. Nu stel ik me wel bij om het even welke reis op een bepaald moment de vraag waarom ik ook weer zonodig in de zomer op reis moest 😀 Op dat vlak blijven we Belgen die niet veel gewoon zijn hé 🙂